De Greef: "Mijn echte doorbraak komt nu"

Arnaud De Greef ruilde deze zomer de beloften van Anderlecht voor Westerlo. In de Kempen heeft hij intussen een basisplaats veroverd. "Spelen in de a-ploeg van een eersteklasser is leerrijker dan bij de reserven van Anderlecht."


Als zesjarige begon De Greef te voetballen bij Anderlecht, maar deze zomer achtte hij de tijd rijp om elders zijn geluk te beproeven. "Anderlecht bood me nog wel een contractverlenging aan, maar echt veel vertrouwen sprak er niet uit dat voorstel. En ik wilde zelf ook liever gaan proeven van eersteklassevoetbal in een eerste ploeg", zo vertelt de Brusselaar vandaag in Sport/Voetbalmagazine.

"Als aanvaller kun je je bewijzen in een paar korte invalbeurten, terwijl dat voor een verdediger geen sinecure is. Het zijn enkel de absolute toppers zoals Vincent Kompany en Anthony Vanden Borre die zich op jonge leeftijd in de verdediging onmisbaar hebben kunnen maken. Als je dan ziet dat je moet optornen tegen Juhász en Mazuch, dan weet je dat het geen schande is om toe te geven dat je daar op dit moment nog niet klaar voor bent."

"Eerste doel: zo lang mogelijk profvoetballer blijven"

Van Anderlecht naar Westerlo lijkt een stap achteruit te zijn, maar De Greef ziet dat anders. "Je zou denken dat er qua medische begeleiding en eten op de club een hemelsbreed verschil is tussen Anderlecht en Westerlo, maar dat is hoegenaamd het geval niet. Anderlecht heeft een veel groter budget, maar bij Westerlo roeien ze met de riemen die ze hebben en ik vind dat ik nu beter word opgevolgd dan bij Anderlecht. Al heeft dat natuurlijk ook te maken met het feit dat ik hier deel uitmaak van de A-kern, terwijl ik bij paars-wit maar een van de vele jeugdspelers was."

"In het beste geval is Westerlo voor mij maar een tussenstap", zo gaat De Greef verder. "Net zoals alle voetballers droom ik ervan om de absolute top te bereiken en daarbovenop ook nog eens de kans te krijgen om de eer van mijn land te verdedigen. Maar met een carrière à la Jef Delen zou ik ook al supertevreden zijn. Het eerste doel is: zo lang mogelijk profvoetballer blijven en mijn brood kunnen verdienen met mijn passie."

Bron: Sport/Voetbalmagazine