Scifo, Vincenzo Stats

Vincenzo Scifo, Belg met Italiaanse roots, sluit zich op 7 jarige leeftijd aan bij de lokale club La Louvière. Op 14 jarige leeftijd debuurt hij in de eerste ploeg. Daarna trekt hij naar Anderlecht, waar hij op zijn 17 jaar debuteert. Het jaar is dan 1983. Het zou echter nog twee jaar duren eer de speler zijn eerste cap veroverde. Bij Anderlecht wint Scifo 3 opeenvolgende titels.

Daarna trekken verschillende grote clubs aan zijn mouw, en Enzo vertrekt naar Inter Milaan. Na een jaar echter moet hij Milaan verlaten en hij komt bij het Franse Girondins de Bordeaux terecht, waar hij evenmin veel aan spelen toekomt.

Guy Roux en AJ Auxerre vissen Scifo op. Hij beleeft twee mooie jaren bij Auxerre, alvorens terug te keren naar de Serie A, naar Torino FC. Met de kleine club uit Turijn wordt Scifo in het seizoen '91-'92 derde in de Serie A en verliest hij de finale om de UEFA Cup tegen AFC Ajax nadat ze in de halve finale Real Madrid uitgeschakeld hadden. Het seizoen daarop worden ze slechts negende, maar Torino FC wint nog wel de Coppa Italia.

Scifo wordt dan aangetrokken door AS Monaco. In '93-'94 bereikten de Monegasken de halve finale van de UEFA Champions League waarin ze verloren van AC Milan. In 1997, net voor Scifo terug naar België vertrok, werd AS Monaco kampioen. In de UEFA Cup bereikten ze datzelfde seizoen de halve finale waarin het zijn meerdere moest herkennen in Inter Milaan. In de 4 seizoenen dat Scifo bij Monaco speelden werden ze 9e, 6e, 3e en tenslotte kampioen.

Scifo keert dan terug naar de club waar het voor hem allemaal begon, RSC Anderlecht. In 2000 pakt hij opnieuw de titel. Nadien speelde hij nog even voor Sporting Charleroi en werd hij speler-manager bij de Belgische tweedeklasser Tubeke.

Scifo verzamelde 84 selecties voor de Rode Duivels waarmee hij in actie kwam op vier verschillende wereldbekers (1986, 1990, 1994 en 1998). Ook op het Europees kampioenschap in 1984 zat hij al in de Belgische selectie. In 1984 won Enzo de Gouden schoen van beste Belgische voetballer en op de wereldbeker in Italië werd hij uitgeroepen tot tweede beste speler van de wereldbeker na Lothar Matthäus.