Spelerslonen drastisch omhoog "door huurlingen en nieuwe contracten"

ANDERE De Tijd kon de (te laat ingediende) jaarrekening van Anderlecht van het boekjaar 2019-2020 inkijken. Daarin valt te lezen dat de inkomsten licht stegen, maar dat ook de uitgaven fors omhoog gingen. Vooral de loonkost: die steeg van 47,3 miljoen euro naar 58 miljoen euro.

Anderlecht boekte vorig seizoen 36,4 miljoen euro verlies, een nieuw record. Het jaar ervoor bedroeg de negatieve balans nog 'maar' 27 miljoen euro.

Paars-wit slaagde er wel in om de inkomsten licht te laten stijgen: van 84 naar 89 miljoen euro. Jaarlijks terugkerende inkomsten uit ticketing, merchandising en sponsoring bleven ongeveer stabiel op 51,5 miljoen euro. Aan transfers kwam er 37,4 miljoen euro in het laatje met dank aan Dendoncker, Saelemaekers, Bornauw en Santini.

De uitgaven blijven echter stijgen. Die bedroegen 122 miljoen euro, dat is 13 miljoen euro meer dan het jaar voordien. Vooral de spelerslonen zijn hiervoor verantwoordelijk. Die stegen  van 47,3 miljoen tot 58 miljoen euro. Anderlecht geeft dus meer uit aan lonen dan dat het binnenkrijgt aan jaarlijks terugkerende inkomsten. "De stijging van de personeelskosten is voornamelijk te wijten aan de salariskosten van gehuurde spelers en aangepaste spelerscontracten", luidt de uitleg in de jaarrekening.

Eigen vermogen onder nul

Intussen is het eigen vermogen (de spaarpot) van Anderlecht gezakt tot 28 miljoen euro onder nul. In de vorige jaarrekening bedroeg deze nog 8,4 miljoen euro in de plus, al kwam dat enkel door de kapitaalsverhoging van 27,3 miljoen euro die Marc Coucke toen had doorgevoerd.

Ook de schuldenberg blijft stijgen: van 83,3 miljoen euro over 95 miljoen euro tot 116,7 miljoen euro.