Column: Als de boeren niet meer klagen ...

WOENSDAG, 7 DECEMBER 2016, 15:59 - Libero
Anderlecht-Online No Image Found

WEBSITE - OPINIES ... nadert het einde der dagen

Aangezien het onderwerp alweer een tijdje uit de actualiteit verdwenen is, is het misschien goed om even het geheugen op te frissen.  Eind mei van dit jaar raakte bekend dat een handvol Brugge-supporters (op aandringen van Bart Verhaeghe himself) de advocaat Walter Van Steenbrugge in de arm had genomen om in hun naam bij de Europese Commissie een klacht in te dienen wegens concurrentievervalsing bij de bouw van zowel de Ghelamco-Arena als het Eurostadion. 
 

Omdat, in hun ogen, de al dan niet vermeende subsidies (van de stad Gent en de watermaatschappij, respectievelijk de stad en het gewest Brussel) in strijd zijn met de Europese concurrentieregels, of, anders uitgedrukt: een vorm van financiële doping.

Ik weet niet wat u toen dacht, maar mijn reactie was “nou breekt mijn klomp”, en dan druk ik me nog zacht uit …

Worden die van Brugge na 11 jaar eindelijk nog eens kampioen, kennen ze binnen de kortste keren hun plaats niet meer. 

Een beetje zoals kinderen die geloven dat Sinterklaas echt bestaat, zo verkeren Brugge-fans in de waan dat hun ploeg vorig seizoen geheel op eigen kracht kampioen is geworden. 
Beseffen zij dan niet dat Anderlecht er jaren naéén alles, maar dan ook echt alles aan gedaan heeft om hen die titel op een presenteerblaadje aan te bieden? …

… in 2014 hadden ze het maar voor het grijpen, en moesten ze bij manier van spreken de bal maar in het lege doel trappen, trapten ze hem natuurlijk in het verkeerde doel …

… waarop Anderlecht z’n kern nog wat verder afbouwde, om FCB in 2015 na 10 jaar nog eens een vrijgeleide te geven richting titel … Brugge moest alleen nog het cadeau uitpakken, helaas … vlak voor de meet ging AA Gent ermee aan de haal …

… waarop Anderlecht z’n kern nóg verder afslankte (je kon het eigenlijk amper nog een kern noemen, eerder een anorectisch samenraapsel van gehuurde afdankertjes uit alle hoeken van Europa) zodat wij deze keer het feest zeker niet zouden vergallen.  Wij dachten, als het nu niet lukt, lukt het nooit, en warempel: het lukte! … Brugge werd kampioen. 

Het was het verlengde Pinksterweekend, en de boeren feestten twee dagen en twee nachten aan een stuk.

De 4-0 waarmee ze ons naar huis hadden gestuurd, en vooral de manier waarop wij ons als tamme lammeren naar de slachtbank hadden laten leiden, waren een bittere pil voor al wat paars en wit is, maar goed, pillen zijn er om door te slikken, het leven gaat verder … als wij in 2017 maar de puntjes op de i zetten en tonen wie echt de baas is.

Groot was evenwel de verbazing toen amper een week later het nieuws bekend raakte dat een paar Club-fans een klacht indienden wegens… concurrentievervalsing.

Concurrentievervalsing???  Na alles wat we voor hen gedaan hadden?  Zo kennen we die boeren weer.  Fantasieloos, en vooral vrekkig en wrokkig.  Geboren calimero’s.  Pas kampioen geworden, en dan nog rancuneus tegenover de gulle schenker, i.c. wij.  Stank voor dank.  Die typische zweetgeur, no sweat no glory, met een vleugje zure gal van jarenlang opgekropte frustratie, jaloezie, naijver.  Beseffen zij dan niet dat hun titel alleen mogelijk was bij de gratie van RSC Anderlecht?  Moeten we het ook nog eens letterlijk voor hen uitspellen? FCB Champions 2016, courtesy of RSCA… 
En bovenal: kennen zij hun geschiedenis niet?  Weten zij niet meer waar zij vandaan komen, en hoe zij hun loutere (voort-)bestaan enkel en alleen te danken hebben aan de gulle hand van de gemeenschap? 
Want dat is wat mij in deze zaak het meest van al stoort, dat die Bruggelingen voor het gemak blijkbaar hun eigen geschiedenis vergeten zijn. 

Begin jaren ’70 was het namelijk zo dat FC Brugge financieel in nauwe schoentjes liep.  Door een aantal dure transfers en een uit de hand lopende loonmassa stond de club zelfs op de rand van een faillissement.  Dat faillissement kon in eerste instantie nog vermeden worden door de uitgaande transfers van 2 spelers naar Anderlecht (Vandendaele en Rensenbrink).  Transfers die voor ons sportief een gouden zaak waren, en voor hen een financiële levenslijn. 
Maar om de verlieslatende trend ten gronde te keren, had Brugge nood aan een nieuw en groter stadion.  (tot dan speelde FCB zijn thuismatchen op “de Klokke”, een koddig stadionnetje met een capaciteit van om en bij de 15.000 toeschouwers, een beetje vergelijkbaar met het stadion van KV Kortrijk.) 
Aangezien de club evenwel niet de middelen had om zelf een stadion te bouwen, bouwde de stad Brugge (in wezen dus de overheid) dan maar zelf een compleet nieuw stadion voor de beide Brugse ploegen, het Olympiastadion, met een capaciteit van zo’n 30.000 plaatsen.  (waardoor de club, in ruil voor een schappelijk huurbedrag, zijn inkomstenbasis in één klap meer dan verdubbeld zag, wat meteen ook een periode van zowat 20 jaar sportieve hoogconjunctuur inluidde, met o.a. een achttal titels.)

Ondertussen groeide ook in Anderlecht het besef dat het oude Emile Verséstadion zijn beste tijd had gehad, en dat er nood was aan een modernere voetbaltempel.  Daarom werkten Verschueren en Vanden Stock het plan uit om een volledig nieuw stadion te bouwen, dat om en bij de 1,5 miljard BF zou kosten en dat (niet onbelangrijk) volledig gefinancierd werd met de opbrengst uit de verhuur van loges en business-seats, m.a.w. zonder één cent van de belastingbetaler. 
Kapitaal dus dat in stenen werd geïnvesteerd, in plaats van het aan te wenden voor de verdere uitbouw van de ploeg, die op dat moment héél dicht bij het allerhoogste stond (winst in EC1, een doelwit dat Anderlecht in zijn geschiedenis nooit meer zo dicht zou benaderen.) 
De redenering van Verschueren en Vanden Stock was dat Anderlecht na de voltooiing van dat stadion nog veel meer middelen zou hebben en financieel klaar zou zijn voor een gooi naar het allerhoogste … maar toen het stadion na 8 jaar van verbouwingen uiteindelijk af was, was de voetbalwereld al zozeer veranderd dat die oppergaai in de feiten zo goed als onbereikbaar was geworden.
Anderlecht speelde vanaf 1991 dan wel in het modernste stadion van België, de hele investering was ergens ook een slag in het water, want bij de aanwijzing een paar jaar later van de stadions die in aanmerking kwamen voor Euro 2000, viel het CVDS-stadion uit de boot omdat het met zijn 28.000 plaatsen niet voldeed aan de vereiste capaciteit van 30.000 zitplaatsen. (de wet van de remmende voorsprong in zekere zin.)
Cru gesteld was dat geld dus voor niets geïnvesteerd in stenen, want met het vooruitzicht van het hierboven vermelde Europees kampioenschap in 2000 kwam de overheid met een pak centen over de brug om te investeren in de uitbreiding van de stadions in Luik (Standard), Charleroi en Brugge, zodat deze zouden beantwoorden aan de capaciteitseisen van Uefa. 

Club Brugge, dat op dat moment (1996) met de handen in het haar zat omdat het de staanplaatsen op de benedenring van het stadion had moeten ombouwen tot zitplaatsen, waardoor de capaciteit gereduceerd werd tot ca 16.000, kreeg nu ten tweeden male een helpende en zeer genereuze hand toegestoken van deus ex machina Vadertje Staat (i.c. de federale en Vlaamse overheid, eigenlijk dus de belastingbetaler, met andere woorden u en ik).
In totaal nam die overheid iets meer dan 60 % van de kosten voor de uitbreiding van het stadion voor haar rekening, Olympia werd omgedoopt tot Jan Breydel, (een stadion dat met z’n theoretische capaciteit van zo’n 30.000 zitjes voldeed aan de Uefa-eisen voor wedstrijden van Euro 2000), en uiteindelijk zouden er in juni 2000 zegge en schrijve 4 (vier!) interlands gespeeld worden.  (en het vruchtgebruik is ondertussen al meer dan 16 jaar voor onze teerbeminde calimero’s).

Ook Standard en Charleroi aten overigens flink mee uit de subsidieruiven om ook hun stadioncapaciteit uit te breiden tot 30.000 zitjes, goed voor telkens drie matchen van Euro 2000.  (drie dus!)
Noteer (1) dat het stadion van Brugge voor de meeste Euro-matchen niet uitverkocht was.
Noteer (2) dat een groot deel van de nieuwe tribunes in Charleroi ondertussen alweer is afgebroken. 
Noteer (3) dat Anderlecht (noch één van z’n supporters) het op geen enkel ogenblik zelfs maar overwogen heeft om naar de Europese Commissie te stappen wegens concurrentievervalsing.

Overigens werd ook de bouw van het Fenix-stadion van Racing Genk (nu Luminus Arena) voor een deel met overheidsgeld gefinancierd.  Dat stadion (evenals de fusie tussen Winterslag en Waterschei) was een onderdeel van het (door de staat gesubsidieerde) reconversieplan na de sluiting van de Limburgse steenkoolmijnen.  In mijn ogen een logische en terechte investering in een regio die na het verlies van de mijnen nood had aan een nieuw project dat hoop en fierheid moest terugbrengen in de harten van de mensen en het gemeenschapsgevoel een nieuwe boost moest geven …  en hoe kan je dat beter bereiken dan met het uit de grond stampen van een nieuwe, ambitieuze eersteklasseclub waar de hele regio zich achter kan scharen? 

Ook hier is het zonneklaar dat Anderlecht (noch één van z’n supporters) het nooit ook nog maar in z’n hoofd zou halen om hiertegen een gerechtelijke klacht in te dienen wegens schending van de concurrentieregels.  In tegendeel: wij zijn blij met wat extra concurrentie, het maakt de competitie alleen maar boeiender en het levert ons jaarlijks een paar extra toppers op.

Het zou ook niet sporen met de grandeur van onze club.  Ons motto is er toch veel meer één van “leven en laten leven”, wij hebben niet de gewoonte om in andermans bord te kijken om te zien of de boontjes daar beter zijn, wij kijken in ons eigen bord …

Uiteindelijk vermoed ik dat de hele zaak met een sisser zal aflopen, maar mochten die onverlaten het toch daadwerkelijk tot een rechtszaak laten komen, dan veronderstel ik dat Anderlecht met gemak een heel bataljon advocaten in stelling brengt om dat varkentje te wassen. (what’s in a word?) 

In afwachting hoop ik, en ga ik ervan uit, dat de club nu beseft dat er genoeg cadeaus zijn uitgedeeld de laatste jaren en dat het ijdele hoop is om daar enig respect, laat staan dankbaarheid voor te verwachten.  In mijn ogen wordt het tijd dat we die boeren nog eens hun plaats wijzen en iedereen duidelijk maken wie hier te lande de lakens uitdeelt.  De match tegen Brugge staat dan ook reeds maanden met stip in mijn agenda, wat mij betreft is het zondag payback time, tijd om te antwoorden op het veld.  Meer hierover zeer binnenkort (wordt dus vervolgd).
 



Nieuwsreacties zijn tijdelijk niet beschikbaar. We werken aan een volledig nieuwe oplossing die spoedig beschikbaar zal worden gesteld.